Helsingør is onze volgende haven. Een oude, wat vervallen haven met oude pontons. Maar dit verkiezen we nog aan de drukte van Kopenhagen. Om onze benen wat te strekken maken we een wandeling door het stadje met een mooie burcht met typisch Deense koperen torens heeft.
19 juni
De volgende 12 mijl zeilen we, met een backstag (lees schuinachterlijke) wind, naar Gilleleje. De naam doet ons denken aan een liedje van K3 en het kost ons dus ook een hele tijd voor we het juist kunnen uitspreken. 😊 (dat denken we toch…)
Een mijl of 2 voor de haven keert de wind in de kop en gaat de motor terug aan.
Onze koelkast is bijna leeg. Dus zijn we wel verplicht om inkopen te doen. Dit is in die warmte (35°C) wel een hele opgave. Gelukkig is er een middeleeuws dorpje met huisjes met strooien dakjes die heel pittoresk zijn. Dit maakt onze wandeling toch nog aangenaam. ’s Avonds gaan we op de havenmuur kuieren. De ondergaande zon en het mooie landschap is ideaal voor een goede nachtrust.
20-21 juni
We varen door tot Odden. Een tocht van ongeveer 30 mijl. Volgens de weerberichten zouden we een goeie halve wind van 15 à 20 knopen moeten hebben. Maar de weergoden zijn ons weer niet gunstig. De wind draait van achter naar voor en het begint dan nog te regenen ook. De motor gaat terug aan…
We consulteren nogmaals de weerberichten. Pff! Morgen wordt regen en nogmaals regen verwacht. Dus is de conclusie vlug genomen: we blijven een dagje hier.
Dit wordt écht een luie dag. Na een wandeling langs oude (en nieuwe) vissersboten, kopen we wat ‘levende-verse’ vis en oesters bij een lokale visser en houden we ons bezig met wat lezen en een dutje na de middag. ‘Onthaasten’ noemt men dit…
Het is vandaag de langste dag van het jaar (letterlijk en figuurlijk). De voorspelde regen hebben we niet gezien…
22-23 juni
Op naar Sejerø. Dit prachtige eiland ligt ongeveer op 20 mijl van Odden. Nu mogen we van een 15-16 knopen scherpe wind genieten. Alleen de laatste 5 mijl moet de motor toch aan omdat de haven pal in de wind ligt. De temperatuur laat toch wel wat te wensen over. Een 14 graden in juni is toch wel heel fris.
Aangekomen in de haven komt er een vriendelijke man ons helpen om aan te leggen. In bloot bovenlijf! Wij zijn nog in vol ornaat gekleed: dikke pullover, zeiljas en muts inbegrepen. In de haven, beschut van de noorderwind, is het zeker 10 graden warmer! De zeilkledij maakt vlug plaats voor t-shirt en short.
Dit eiland ziet er zo aantrekkelijk uit dat we besluiten nog een dag te blijven. We halen de fietsen terug boven en doen de volledige toer van het eiland. Puur natuur wordt er afgewisseld met mooie buitenverblijfjes waarvan de ene wat beter onderhouden zijn dan de andere, maar allemaal heel pittoresk zijn. Langs de kant van de weg komen we hier en daar standjes tegen met confituur of honing of zelfgemaakte spulletjes. Het is de bedoeling dat je dan geld (Deense kronen) in een kluisje steekt. Daar wij geen Deense kronen op zak hebben, kunnen we helaas niets kopen. We weten dit nu voor de volgende keer.
24 juni
Vanaf nu laten we het ‘Kattegat’ achter ons en zeilen we naar de ‘Grote Belt’.
Bij het eiland Romsø liggen moorings. Deze boeien geven hetzelfde gevoel als ankeren, maar het is wel veel eenvoudiger. We liggen daar heel alleen. We voelen ons als Robinson Crusoe. Wat een pracht en wat een stilte!!
25 juni
Door de stilte om ons heen is moeilijk om wakker te worden. Er is slechts 1 boot op ongeveer 500meter van ons vandaan komen ankeren.
Het is vandaag een warme dag. Ik schat 23-25°C. Ed doet een poging om even in het water de plonsen. Na 2 maal naar adem te happen van de kou, zegt hij: “ ’t is te doen hoor, kom er toch ook in.” Maar zo moedig ben ik niet… Om terug aan boord te komen, komt ons nieuw zwemladdertje goed van pas.
Daarna pompt Ed de dingy op om aan wal te kunnen gaan. De natuur is er adembenemend. Wat verderop in de bossen zien we een kudde herten lopen. We blijven heel stil staan, maar ze hebben ons toch onmiddellijk in de gaten en lopen opgeschrikt weg. Later zien we hen hier en daar opduiken tussen het hoge gras naast het bos. In de waterpoelen en natuurlijke vijvers krioelt het van de vogels, eenden en zwanen. Wat hebben die dieren geluk om daar te mogen leven!
Na deze flinke wandeling kruipen we terug de dingy in. Bij de boot gekomen rek ik mij om het touw van de dingy aan de boot vast te maken. Maar Ed vindt dat ik die beter wat verder vastmaak en trekt de dingy wat op zij. Het gevolg is precies als in een spotfilm – de dingy naar rechts en ik naar links. Ik hou mij dus vast aan de boot, maar sta met 1 voet nog op de dingy die altijd maar verder wegdrijft! Ed probeert die nog bij te sturen en roept mij instructies toe wat ik moet doen, maar de zwaartekracht heeft meer effect op mij en ik plons met kleren en al het water in! Ik weet niet of het nu door de adrenaline is, maar het water voelt inderdaad niet zo koud aan. 😉 Gelukkig is de zwemladder nog niet opgehaald en kan ik gemakkelijk terug aan boord. Maar dan besef ik dat mijn gsm nog in mijn broekzak zit. Dit is blijkbaar niet zo gezond voor zo’n elektronisch ding…
In de namiddag varen we verder naar Nyborg waar we proviand inslaan voor 3-4 dagen (en een nieuwe gsm – gelukkig was de oude aan vervanging toe). Nyborg ligt net na een grote brug. In het ‘pilot-boek’ staat dat die brug 18 meter hoog is. Maar mijn vertrouwen in dit boek is op een laag pitje sinds er reeds 2 maal een verkeerd telefoonnummer van de havens vermeld stond. Ed heeft er blijkbaar meer vertrouwen in, maar bij mij klopt mijn hart in mijn keel! Het ziet er écht naar uit dat het niet zal lukken… Maar de eerste mast past eronder. Nu nog de 2e mast, die wat langer is. De paniek slaat bij mij toe. Ik durf écht niet meer kijken. Ed blijft ijzig kalm. Natùùrlijk passeert die er ook onder, dit is gezichtsbedrog… Oef! Ik zeg aan Ed: “Als nu nog iemand durft te vragen waarom onze masten schuin staan, zeg ik dat we de brug geramd hebben.” Eens aangemeerd komt er een man voorbij en vraagt: “why are your masts…” en houdt zijn handen zo wat schuin. Voor hij zijn zin kan afmaken schieten we allebei in de lach.
De meteo-berichtgevingen zijn niet zo positief. Althans niet voor zeilers. Voor de gans de week voorspelt men 1 à 2 BF. Daar neemt de Drum geen genoegen mee… We besluiten dan ook om de volgende dagen kleine afstanden af te leggen en zoveel mogelijk te ankeren of aan moorings te gaan liggen in de mooie baaien.
26 juni
In de Troense baai, op ongeveer 16 mijl, liggen moorings. Daar maken we gretig gebruik van. We komen er ’s avonds aan en gaan een rustige nacht tegemoet.
27 juni
Vandaag is er meer wind dan voorzien. Joehoe!! De zeilen gaan op. Eindelijk! Met een 12-14 knopen halve wind is de Drum in zijn nopjes. Halverwege zien we in de verte een gaffelgetuigd schip. Dit trekt natuurlijk steeds onze aandacht. Naderbij komend zien we dat het de ‘Recipe’ is (een OGA-vriend). De wereld is klein hé.
Wat verderop toont de zeekaart dat we nauw vaarwater moeten volgen. Dit wordt dus opletten geblazen en braaf de groene boeien blijven volgen. Er varen ons hele mooie, oude schepen voorbij. We zwaaien naar elkaar en doen teken dat we elkaars boot appreciëren.
Bij het strijken van de zeilen hebben we gezien dat ‘de val van de topschoot van het middenzeil’ aan het uitraffelen is. Dit moet vervangen worden, want dit kan opstropping veroorzaken tussen de katrol bovenaan de mast. En dit willen we absoluut vermijden! Daarom stoppen we in Marstal, waar een zeilwinkel is. Marstal is een mooi stadje met pittoreske huizen met mooie bloemen ervoor. Wel de moeite om even door te lopen. De haven zelf is heel kindvriendelijk met speeltuinen, verhuur van surfplanken, pedalo’s e.d.
28-29 juni
Hagar en Hugo (OGA-vrienden) gaan de volgende dagen met ons meezeilen. We pikken hen op in Kiel. Hopelijk brengen zij wat wind mee in hun bagage, want die laat het momenteelHELEMAAL afweten (tussen 0 en 2 knopen). Dit wordt dus terug brommen…
Net aangemeerd komen Hagar en Hugo ons tegemoet. Zij komen ook net aan in de haven. Van timing gesproken!
We beginnen met een palaber over de tocht die we de volgende dagen zullen maken. Daar we graag enkele eilanden willen aandoen, waar geen winkels aanwezig zijn, beslissen we de volgende dag even in Kiel te blijven voor ravitaillering en een fikse wandeling.
30 juni - 8 juli
Deze week hoppen we van eiland naar haven naar eiland. We varen, soms met en soms zonder wind, van Kiel naar Kappeln, Søby, Lyøby, Nørreskov, Sønderborg, Maasholm. Op de pittoreske eilanden nemen we een mooring, ankeren we in de mooie baaien of meren we aan in enkele havens. De wandelingen of fietstochten die we maken brengen ons telkens naar een adembenemende natuur!! In de havens zijn er telkens die typisch Deense huizen met stamrozen en/of andere hele mooie bloemen ervoor. Alleen jammer dat de strooien daken er dikwijls vervangen zijn door eternit-platen.
9 - 10 juli
Op de terugweg door Nederland, zullen we een paar tussen stoppen doen bij ‘Bekende Nederlanders’. Dus moeten we vandaag reeds terug het kanaal van Kiel op. Bye bye Denemarken. Het is precies alsof het weer ook verdrietig is, want het regent de hele tijd, tot we een tussenstop doen op de Eider.
We kunnen eigenlijk niet klagen. Gedurende de 40 dagen dat we reeds onderweg zijn, hebben we slechts 2 dagen gehad waarop het eventjes geregend heeft.
11 - 14 juli
De blauwe lucht is teruggekomen en we varen terug naar Cuxhaven.
De volgende dag brengt een zacht westenwindje ons naar Norderney. Bij aankomst valt het ons op dat het een zeer toeristisch wad-eiland is. Om wat meer dan alleen toeristen te zien, halen we de fietsen terug boven en rijden we de wijde natuur in. Op de top van een heuvel schuilen we voor een fikse regenbui. Maar niet getreurd, want we krijgen een prachtig overzicht van het hele eiland.